Afschaffing lage-inkomensvoordeel
Op 23 april 2024 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om het lage-inkomensvoordeel (LIV) af te schaffen. Dit besluit zal vanaf 1 januari 2025 gevolgen hebben voor werkgevers in diverse sectoren, waaronder de MITT-sector.
Het LIV, een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers die werknemers met een laag inkomen in dienst hebben, zal per 1 januari 2025 worden stopgezet. Deze tegemoetkoming was bedoeld als stimulans voor werkgevers om mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen en te behouden.
Echter, uit de praktijk blijkt dat de impact van het LIV beperkt is gebleven in het vergroten van de kansen voor deze groep werknemers. Als gevolg hiervan heeft de overheid besloten om het geld dat vrijkomt door het afschaffen van het LIV in te zetten voor andere maatregelen die effectiever kunnen zijn in het ondersteunen van deze doelgroep.
Loonkostenvoordeel
Daarnaast zal ook het loonkostenvoordeel voor oudere werknemers geleidelijk worden afgebouwd. Werkgevers die werknemers aanstellen die ouder zijn dan 56 jaar en een uitkering ontvangen, komen momenteel in aanmerking voor het loonkostenvoordeel (LKV) ouderen. Het loonkostenvoordeel voor oudere werknemers wordt verminderd voor werknemers die vanaf 1 januari 2024 in dienst zijn. Dit verlaagde voordeel wordt dan helemaal stopgezet vanaf 1 januari 2026. Echter, voor werknemers die vóór 1 januari 2024 zijn begonnen, blijft het loonkostenvoordeel van kracht. Deze verandering komt doordat de overheid werkgevers op andere manieren wil aanmoedigen om oudere werknemers aan te nemen.